Richteren 11:21

SVEn de HEERE, de God Israels, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israel, dat zij hen sloegen; alzo nam Israel erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden.
WLCוַ֠יִּתֵּן יְהוָ֨ה אֱלֹהֵֽי־יִשְׂרָאֵ֜ל אֶת־סִיחֹ֧ון וְאֶת־כָּל־עַמֹּ֛ו בְּיַ֥ד יִשְׂרָאֵ֖ל וַיַּכּ֑וּם וַיִּירַשׁ֙ יִשְׂרָאֵ֔ל אֵ֚ת כָּל־אֶ֣רֶץ הָאֱמֹרִ֔י יֹושֵׁ֖ב הָאָ֥רֶץ הַהִֽיא׃
Trans.wayyitēn JHWH ’ĕlōhê-yiśərā’ēl ’eṯ-sîḥwōn wə’eṯ-kāl-‘ammwō bəyaḏ yiśərā’ēl wayyakûm wayyîraš yiśərā’ēl ’ēṯ kāl-’ereṣ hā’ĕmōrî ywōšēḇ hā’āreṣ hahî’:

Algemeen

Zie ook: Amorieten, Hand (lichaamsdeel), Sihon

Aantekeningen

En de HEERE, de God Israëls, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israël, dat zij hen sloegen; alzo nam Israël erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ֠

-

יִּתֵּן

gaf

יְהוָ֨ה

En de HEERE

אֱלֹהֵֽי־

de God

יִשְׂרָאֵ֜ל

Israëls

אֶת־

-

סִיח֧וֹן

Sihon

וְ

-

אֶת־

-

כָּל־

met al

עַמּ֛וֹ

zijn volk

בְּ

-

יַ֥ד

in de hand

יִשְׂרָאֵ֖ל

van Israël

וַ

-

יַּכּ֑וּם

dat zij hen sloegen

וַ

-

יִּירַשׁ֙

alzo nam

יִשְׂרָאֵ֔ל

Israël

אֵ֚ת

-

כָּל־

het ganse

אֶ֣רֶץ

land

הָ

-

אֱמֹרִ֔י

der Amorieten

יוֹשֵׁ֖ב

woonden

הָ

-

אָ֥רֶץ

land

הַ

-

הִֽיא

die in datzelve


En de HEERE, de God Israels, gaf Sihon met al zijn volk in de hand van Israel, dat zij hen sloegen; alzo nam Israel erfelijk in het ganse land der Amorieten, die in datzelve land woonden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!